Blog: Oxford-Bath-Isle of Wight-Brighton-London

Vrijdag 3 juli 2009, 21:37

Ik had beloofd om nog een verslag te schrijven van mijn reis door Zuid-Engeland, die ik na mijn examens in Cambridge ondernomen heb. Bij deze...

Mijn eerste halte was The Other Place - Oxford. Laat het mij meteen duidelijk stellen: Cambridge is beter! Wij hebben een veel authentieker centrum en een rivier die gezellig door de stad vloeit in plaats van erbuiten. Bovendien mag de Bridge of Sighs in Cambridge dan wel een imitatie van de Ponte dei Sospiri in Venetië zijn, de Bridge of Sighs in Oxford is een kopie van onze kopie. En er stroomt niet eens water onder!

Maar deze rivaliteit tussen Oxford en Cambridge bestaat eigenlijk vooral wegens de gelijkenissen, en niet de verschillen, tussen beide steden. Dat gaf mij, als Cantabrigian, een extra raar gevoel in Oxford. Oxford is ook een oude universiteitsstad vol Colleges, maar opeens ben ik de buitenstaander in plaats van de ingewijde, opeens kijk ik met een mix van bewondering en minachting naar het drukke geloop in en uit de Colleges, in plaats van er zelf thuis te zijn.

Weg uit Oxford dan maar, om een paar uurtjes in Reading te spenderen. Daar bleek de enige echte bezienswaardigheid, de abdij-ruïnes, echter in stellingen te staan. Het meest memorabele aan Reading was bijgevolg een zwanennest langs de Thames dat ommuurd was en onder CCTV stond als bescherming tegen vandalen...

Reading was echter maar een tussenstop en het eigenlijke doel was Bath. Bath heeft een unieke atmosfeer dankzij de hamonieuze honingkleurige Bath stone waarmee de hele stad gebouwd is. Bovendien zijn er een aantal groene heuvels rond de stad, waarop het leuk wandelen is, met een aantal schitterende panorama's als bonus. Een aanraderer is ook de comedy-rondleiding Bizarre Bath.

Na twee dagen Bath nam ik de trein naar Salisbury, om daar de kathedraal te bezoeken, en ook een wandeling te maken naar Old Sarum, de ruïnes van het oude Salisbury. Salisbury was echter slechts enkele uren van mijn tijd gegund, want de bestemming van de dag was het Isle of Wight, een eiland van een 60 op 30 kilometer langs de Engelse Zuidkust. Ik was er twee volle dagen en kreeg er heerlijk weer voorgeschoteld: de hele tijd zonnig, maar niet zo warm en muf als het momenteel in België is. Ik ben dan ook twee keer de hele dag buiten het eiland aan het verkennen geweest, de ene dag op de fiets en de volgende te voet.

Op de fiets ben ik zowat het hele eiland rondgereden. Het Isle of Wight heeft de perfecte maten: groot genoeg om je niet ingesloten te voelen, maar klein genoeg om het helemaal te leren kennen en niet te moeten selecteren in wat je wilt zien. Er zijn een aantal culturele attracties, waarvan echter het majestueuze Osborne House (het favoriete buitenverblijf van Queen Victoria) de enige echt noemenswaardige is. Het natuurschoon overtreft echter het mensenwerk. Het landschap op het Isle of Wight is divers, met heuvels, rivieren, kliffen, de zee, bossen, etc. Dat alles is aangenaam te verkennen dankzij vele wandelwegen en zelfs fietspaden. Ik zal het niet vaak zeggen over een plaats in Engeland (zelfs niet over fietsstad Cambridge), maar op het Isle of Wight was het aangenaam fietsen over de kalme wegen en fietspaden. Je moet echter wel goed uit de benen kunnen, want de sadist die de fietsroutes heeft uitgestippeld op het eiland, stuurt je meestal loodrecht een steile helling af; eens beneden moet je hard in de remmen voor een splitsing, waar je schuin terug diezelfde pijnlijk steile helling wordt opgestuurd! Gelukkig zijn er ook een aantal oude spoorlijnen omgevormd tot fiets- en wandelpad. Die gaan dan wel de ganse tijd omhoog, maar aan zo'n zacht percentage dat je het eigenlijk niet voelt.

Naast fietsen en wandelen heb ik ook een boottochtje gedaan, langs de rotsenformatie The Needles. Dat was ook een belevenis, niet zozeer vanwege The Needles zelf (die zie je eigenlijk net zo goed vanop het vaste land), maar wel vanwege de harde wind, die zo sterk blies dat zelfs de kabellift werd stilgelegd. Ook de boot dacht men niet meer te laten uitvaren, maar er waren toch nog genoeg toeristen (onder wie dus ikzelf) die het wilden wagen. Aldus nam men ons nog mee, met de disclaimer dan men nog wel voor onze veiligheid, maar niet voor ons comfort, noch voor onze droge kleren zou garant staan.

Een andere belevenis in een boot had ik de volgende dag, toen ik de hovercraft nam van Ryde op het Isle of Wight, naar Portsmouth op het vasteland. Je stapt in terwijl de boot zielig op het beton ligt. Dan wordt je opeens opgetild wanneer de hovercraft zichzelf opblaast, vervolgens draait de boot zich al hoverend over de vaste grond in de goede richting en voor je het weet stoof je in sneltreinvaart over de zee. Het aanmeren in Portsmouth is al even spectaculair. Zonder angst vliegt de boot op het steil hellende vlak af, dat op het strand is gebouwd, alwaar hij net voor de speciaal geïnstalleerde stootkussens tot stilstand komt. Vervolgens val je opeens een meter omlaag wanneer de lucht uit de hovercraft verdwijnt, waarna je - een ervaring rijker - kunt uitstappen.

De hovercraft bracht mij dus naar Portsmouth. Dat bleek niet de vuile havenstad te zijn die ik verwachtte. In tegendeel, Portsmouth lijkt best wel interessant en levendig te zijn, met vele musea en een lange gezellige wandelkade. Ik moest echter al snel door naar Brighton. Brighton is een bruisende kuststad en een biertje drinken op het strand met live muziek is een heerlijke manier om de laatste avond van je vakantie in te vullen. Ook het eigenzinnige en vriendelijke jeugdhotel Baggies, waar ik verbleef, is best wel het vermelden waard.

Op de terugweg naar Cambridge heb ik nog enkele uurtjes in Londen gespendeerd, om er onder andere Harrods en Tate Modern te bezoeken. Maar Londen kan mij nooit echt overtuigen. Ik denk dat het probleem is dat er gewoon te veel toeristische attracties zijn. Iets wat in een andere stad een uitschieter zou zijn, verdwijnt in het niets in de oneindigheid van Londen...

Icons from Flaticon.