Blog: Hyderabad en het International Congress of Mathematicans

Vrijdag 27 augustus 2010, 18:59

De afgelopen week was ik op het ICM, het International Congress of Mathematicians, met meer dan 3000 deelnemers de grootste wiskundeconferentie ter wereld, waar onder andere de befaamde Fields Medals worden uitgereikt. Het ICM vind elke vier jaar plaats in een andere locatie; dit jaar in Hyderabad, India. Hyderabad ligt in het binnenland van India, een beetje naar het zuiden van de land. Hyderabad is de hoofdstad van de deelstaat Andhra Pradesh, en met 4 miljoen inwoners is het de op vijf na grootste stad van India. Hyderabad is onder andere bekend als stad van de parels, wat teruggaat op de oude diamantmijnen van Golconda, waar onder andere de beroemde Kon-i-Noor diamant (vandaag deel van de Britse kroonjuwelen) vandaan komt. De stad is ook een IT-centrum, en probeert Bangalore van de kroon te stoten als dé IT-stad van India. Die ambitie uit zich in vele, on-Indisch moderne, streng bewaakte bedrijvencomplexen ten westen van het centrum, in een gebied dat Cyberabad genoemd wordt. In die moderne wijken bevinden zich ook de congreshallen en mijn accommodatie.

Die accommodatie is op de campus van Infosys, een van de grootste informaticabedrijven van India. Infosys is sponsor van de ICM en heeft een residentie op hun campus ter beschikking gesteld aan de deelnemers van de conferentie. Ook is er een buffet voor ontbijt en avondeten, van zeer degelijke kwaliteit en met erg veel variatie (een mix van Indisch en westers eten; gisteren waren er zelfs lekkere frietjes!). Dat alles, en ook de shuttle-bus naar de congreshallen, is mij gratis aangeboden onder de noemer local hospitality support. Die had ik aangevraagd, maar half mei was er een deadline voor het insturen van paspoortgegevens en ik moest mijn paspoort nog vernieuwen. Bijgevolg had ik met die local hospitality support geen rekening meer gehouden en had ik zelf een goedkoop hotel geboekt. Tot ik de week voor de conferentie plots een e-mail kreeg met de gegevens van mijn accommodatie op de Infosys-campus. Ik heb dan toch maar het hotel opgezegd, want het is best erg handig om niet zelf het eten en vervoer te moeten organiseren.

Het ICM congres begon vorige donderdag. De congreshallen waren erg goed voorzien voor zo'n grote conferentie, met slechts enkele weinige minpuntjes (soms waren er vrij populaire lezingen in te kleine auditoria, en het middageten was steeds een bedroevende schaal rijst met slacht- of tuinafval). De openingsceremonie werd bijgewoond door The Honourable President of India, Pratibha Patil. Dat geeft je wel even het gevoel belangrijk te zijn, dat de president van een miljard mensen eventjes langskomt. Tijdens de speech van de president was er spontaan applaus bij het vermelden van het nummer nul en van Srinivasa Ramanujan, India's belangrijkste bijdragen in de wiskunde. De president reikte ook de Fields Medals uit, aan Ngô Bảo Châu, Elon Lindenstraus, Stanislav Smirnov, Cédric Villani. Geen van die namen was mij erg bekend, moet ik eerlijk gezegd toegeven, maar hun prijzen zijn zeker verdiend. Drie van de laureaten zijn overigens voormalig IMO-deelnemers. Linderstrauss won brons in 1988, Châu won goud in 1988 (met perfecte score) en in 1989, Smirnov won goud met perfecte scores in 1986 en 1987. Op de openingsceremonie was er verder nog een opmerkelijke rol voor België, want de Belgische (zij het in de States gebaseerde) wiskundige Ingrid Daubechies wordt de komende vier jaar de voorzitster van de IMU, de International Mathematical Union.

Deze zomer heb ik zelf nog geen presentaties gegeven op conferenties, omdat ik dacht dat ik nog niet veel heb om te presenteren, maar achteraf bezien is dat niet echt een bezwaar. Veel contributed talks op conferenties zijn echt zwak, en soms zelfs nonsense. Hier op de ICM had je er enkele die zogezegd P niet gelijk aan NP hadden bewezen (niet het waarschijnlijk ongeldige bewijs dat recent in de media is geweest, maar een ander bewijs, dat veel duidelijker niet kan kloppen), of een elementair bewijs voor de laatste stelling van Fermat hadden gevonden. Er was ook een Chinees die dacht dat hij een profeet was die de grondslagen van de wiskunde overhoop ging gooien, die zogezegd vier fouten in Cantors bewijs voor de overaftelbaarheid van de reële getallen had gevonden, maar die in feite niet meer dan enkele van Brouwers lang achterhaalde intuïtionistische koeien uit de sloot trachtte te halen. Het is eigenlijk bedroevend dat zo'n presentaties aanvaard worden, en dan nog wel op het ICM, maar langs de andere kant moet je dus als beginnend onderzoeker helemaal geen angst hebben om een presentatie zonder baanbrekende resultaten te geven op een conferentie.

De contributed talks waren dus van wisselvallig niveau, maar de invited talks, de sprekers die door de organisatoren expliciet uitgenodigd werden, waren natuurlijk wel van hoog niveau. Het is soms moeilijk om presentaties in andere gebieden van de wiskunde te begrijpen, maar het is langs de andere kant ook boeiend om te horen waar wiskundigen met een andere specialisatie mee bezig zijn. En de ICM is ook de ideale plaats om interessante wiskundigen van over de hele wereld te ontmoeten.

De ICM had ook een uitgebreid sociaal programma.

Vorige vrijdag was er een Bharatanatyam-optreden (Indische  dans), gebracht door de dansgroep met als ster de reeds 75 jaar oude C. V. Chandrasekhar. Daarna was er het conferentiediner, dat verzonk in een complete chaos. Er was een buffet opgezet in een grote feesttent, die echter zo'n twee keer over capaciteit gevuld was, zodat je moest vechten om iets te eten vast te krijgen. Want in India geldt de sterkste en de luidste eerst. Hadden de Britten nu echt niet het beleefd in de rij staan kunnen invoeren toen ze hier de baas waren? Achteraf hoorde ik dat er ergens nog een tweede tent was, vol eten, tafels en obers, maar niemand werd daarheen geleid...

Zaterdag ging ik naar een voorstelling van A Disappearing Number, een Engelse theaterproductie, gebaseerd op het turbulente leven van Ramanujan. Die voorstelling viel me een klein beetje tegen. Het stuk had nogal weinig inhoud en een overdreven obsessie met audiovisuele truukjes.

Dinsdag bracht de Indische wereldkampioen schaken Viswanathan Anand een bezoek aan de conferentie. Hij schaakte simultaan tegen veertig ICM-deelnemers. Negenendertig wedstrijden won hij, maar tegen een viertienjarige Indische jongen moest hij een gelijkspel toestaan! Rond Anand was er nog een grote controverse, waar op het congres niet veel over gesproken werd, maar die wel de voorpagina's van de kranten haalde. Het was namelijk de bedoeling dat Anand op het ICM een eredoctoraat zou krijgen van de Universiteit van Hyderabad. Maar "insensitive bureaucratic obstructions" zorgden ervoor dat de benodigde toelating van het ministerie achterwege bleef. Zogezegd had men twijfels over de nationaliteit van de in Spanje wonende Anand! Nadat de media op de zaak sprongen, kwam de toelating er toch, maar toen weigerde Anand om het eredoctoraat nog in ontvangst te nemen.

Woensdag was er nog een optreden van de zanger Ustad Rashid Khan, die klassieke Indische Hindustani-muziek bracht.

Naast die lijst van georganiseerde activiteiten, hadden we de hele maandag vrij om de toerist uit te hangen. Ik trok dus naar het centrum van Hyderabad, waar ik twee plaatselijke CouchSurfers ontmoette die mij een beetje rondleidden. Zo'n plaatselijke gids is best wel handig, niet alleen om je de bezienswaardigheden te tonen, om goede restaurantjes te vinden, om de plaatselijke gewoonten uit te leggen en om te vertalen, maar ook om ervoor te zorgen dat taxi's en auto-rickshaws niet het vijfvoud van de prijs aanrekenen (zoals ze steeds proberen te doen bij toeristen) en om je bij de hand te nemen bij het oversteken van de straat. En dat bedoel ik letterlijk. Het verkeer in Hyderabad is op z'n zachtst gesteld een zottenhuis. Een mengeling van brommers, rickshaws, autos en bussen scheurt al slingerend over alle wegen, links en rechts inhalend, en steeds luid toeterend als waarschuwing voor de andere weggebruikers, want niemand kijkt ooit in zijn spiegels. Officieel wordt er links gereden, maar als je daar anders over denkt, kan je gerust je gang gaan op de andere kant van de weg, zonder dat iemand daarvan opkijkt. En dat geldt zelfs op autosnelwegen! Wel steeds luid toeteren natuurlijk. Het is ongelofelijk dat er niet on de haverklap ongevallen gebeuren. In die lawaaierige gekte wandelen is niet erg aangenaam, met name omdat er ook geen voetpaden zijn (indien er een is, staat het vol met straatverkopers) en je dus op straat moet lopen, met het verkeer vlak langs je manoeuvrerend. En dan oversteken... Frogger is er niets tegen. Ik moet wel zeggen dat het verkeer meestal niet al te snel rijdt (als er geen file is, dan is het wegdek wel zo slecht dat snel rijden onmogelijk is) en dat de alle chauffeurs wel uitkijken dat ze niemand aanrijden, al zullen ze wel zo dicht mogelijk komen.

De drukte is het grootst rond de Charminar, de moskee met vier minaretten, zeker nu het ramadan is. (Hyderabad heeft een relatief grote moslimpopulatie.) Deze foto is genomen van bovenop de Charminar:

Charminar, Hyderabad

Als je zot ben geworden van de drukte en het lawaai in Hyderabad, dan is de Hindu-tempel Birla Mandir en goede plaats om op adem te komen. De mooie tempel is een oase van rust, gelegen op een heuvel vanwaar je een panoramisch uitzicht hebt over de stad. Helaas was het nemen van foto's er verboden.

Mijn favoriete trekpleisters in Hyderabad zijn echter buiten het centrum gelegen: de ruines van het Golkonda fort en de Qutb Shahi graftomben.

Golkonda was vroeger de belangrijkste, rijkste (vanwege de diamantmijnen) en best beschermde stad van de wijde omgeving. De grootste bloeiperiode van de stad was in de zestiende en zeventiende eeuw. Het einde kwam in 1687, toen het fort belegerd werd door de Mongolen. Negen maanden hield Golkonda stand, maar uiteindelijk zette een verrader te poorten van de stad open voor de Mongolen. De vele ruïnes zijn erg indrukwekkend. Bijzonder is ook de akoestiek aan de inkompoort: een klap in de handen daar klinkt 300m verder en 90m hoger in de citadel alsof de klap van vlak naast je komt.

De Qutb Shahi graftomben liggen dichtbij Golkonda. Het is een groot park, waar de mausoleums van de sultans van Golkonda en de graven van andere belangrijke personen uit die tijd zijn gelegen. Helaas zijn de gebouwen lang verwaarloosd geweest en in slechte staat. Er zijn wel restauratiewerken aan de gang, maar die lijken zo traag te gaan dat ze nauwelijks de steeds bijkomende slijtage zullen kunnen compenseren. Toch zijn de tomben nog steeds erg indrukwekkend. En toen ik om vijf uur 's namiddags tussen de tomben aan het wandelen was, kwam er plots uit alle windrichtingen de luidsprekerroep van de azan kwam aangewaaid, de islamitische oproep tot gebed. Het gaf een magische sfeer aan de omgeving.

Charminar, Hyderabad

Golkonda en de Qutb Shahi graven liggen anderhalve kilometer van elkaar. De normale manier voor toeristen om deze weg af te leggen is met een auto-rickshaw. Ik besloot echter om te voet te gaan. Het kost eerst heel wat moeite om de opdringerige rickshaw bestuurders duidelijk te maken dat je echt wel te voet wilt gaan. Maar te voet krijg je meteen een heel andere blik op de plaatselijke bevolking, die helemaal niet gewoon is om een toerist door hun straten te zien wandelen. Bijgevolg kreeg ik om de haverklap een "hi" of een "hello" toegeroepen, en vooral kinderen hielden me regelmatig staande om mijn hand te schudden en om hun Engels een klein beetje te oefen door te vragen van waar ik kom.

Het is best onwennig om er als toerist zo uit te steken, en echt speciaal behandeld te worden. In Europa valt het zo niet op dat ik toerist ben, zeker met mijn talenkennis, maar in India is het wel anders. Sommigen, met name rickshaw-bestuurders en zelf-benoemde gidsen, proberen daarvan misbruik te maken. Maar de gewone mensen zijn bijzonder eerbiedig en behulpzaam. Een andere anekdote illustreert dat nog meer. Diezelfde avond, toen ik vanuit Golkonda terug naar de Infosys campus moest, was ik enkele andere Indische ICM-deelnemers tegengekomen. Zij moesten niet naar Infosys, maar wel in dezelfde richting, dus we besloten om samen een rickshaw te nemen in die richting. Met vieren kropen we in de kleine rickshaw. Na ongeveer 11 van de 14 kilometer werd de rickshaw echter tegengehouden door een zwaantje. De capaciteit van het vehikel was immers maar drie personen en de verkeerspolitie kon er niet mee lachen dat er vier passagiers waren. De rickshaw ging dus aan de kant en de bestuurder en de politieagent waren plots verdwenen. Langs de weg waren enkele etensstalletjes en mijn Indische gezellen geraakten daar meteen aan de praat met een klant. Voor ik zelf kon vragen hoe ik nu verder moest, hadden ze geregeld dat deze klant mij in zijn auto zou meenemen en me bij Infosys zou afzetten, voor een verwaarloosbare fooi van 20 rupies (35 eurocent)!

(Het kan overigens nog veel avontuurlijker, zo blijkt uit de belevenissen van een andere ICM-deelnemer.)

Dat was Hyderabad en het International Congress of Mathematicians. Vanaf morgen ga ik wat rondreizen in India, eerst naar Udaipur en Jaipur, voor ik in Delhi Mark ga bezoeken, die een jaar geleden in Cambridge mijn kotgenoot was. Een verslag daarvan volgt natuurlijk op deze blog. Voorlopig moet ik het houden bij: groetjes uit Hyderabad!

Icons from Flaticon.