Blog: Paris je t'aime... moi non plus

Vrijdag 6 augustus 2010, 12:23

Het volgende hoofdstuk van mijn zomerse omzwervingen:

La Seine qui se promène
Et me guide du doigt
Et c'est Paris toujours

En omdat ik toch naar Parijs ging, was het wel gemakkelijk om er enkele dagen België voor te plakken. In Brussel was er ook juist een grote zomerbijeenkomst van CouchSurfing, de ideale gelegenheid om Brussel een beetje beter te leren kennen. Belangrijkste ontdekking: als de zon schijnt, is het Jubelpark een prachtige plaats om te picknicken, frisbees te gooien en ballonnen hondjes te leren maken:

Ballonnen hondjes in het Jubelpark

Ander hoogtepunt tijdens mijn korte verblijf in België: de maisdoolhof bij 't ijsklompje in Meerle. Een gigantisch grote doolhof, waar je gemakkelijk anderhalf uur in kunt ronddwalen en waar je werkelijk in verloren kunt lopen. Bijzonder plezant.

Op naar Parijs dan, waar ik in de eerste plaats was voor het Logic Colloquium. Met vijf andere studenten uit Leeds had ik een appartement gehuurd aan de Place Jeanne d'Arc. In de straten rondom het appartement bevindt zich een overvloed aan groentewinkels, slagers, viswinkels, en bovenal boulangeries, met verse baguettes van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat en veel ander lekkers.

De locatie van de conferentie was iets minder ideaal: een gebouw met een ernstig ventilatieprobleem en dus een warme, bedwelmende lucht in de raam aula's. Niet de beste omstandigheden om naar wiskunde te luisteren... Maar ook een goed excuus om erop uit te trekken en Parijs te verkennen. Eerste indruk: Parijs is verdomd groot, ik was vergeten hoe groot wel. Ik heb het niet zo voor steden waarvan je het begin en het einde niet kan zien. Maar er zijn wel eindeloos veel attracties waar je op af kan trekken.

Enkele hoogtepunten? De Catacomben van Parijs bijvoorbeeld. Oorspronkelijk waren dit kalksteenmijnen, maar toen twee eeuwen geleden de Parijse kerkhoven overvol lagen en zelfs onhygiënisch begonnen te worden, besloot men de kerkhoven te saneren en de beenderen van de doden in de mijngangen te stoppen. Dat ondergronds ossuarium kan je nu dus bezoeken. In Tsjechië had ik eerder al het zeer indrukwekkende kostnice Sedlec bezocht, waar een kapel vol staat met kunstwerken gemaakt van menselijke beenderen. De Parijse catacomben zijn niet zo artistiek, maar er zijn wel meer beenderen. Véél meer. Miljoenen! Je wandelt door de ondergrondse gangen met langs beide kanten stapels beenderen van vloer tot plafond, en er komt maar geen eind aan. Het aantal mensen wier resten in de catacomben gestapeld liggen, is onwezenlijk.

Feitelijk zijn veel bezienswaardigheden in Parijs graven. Er is natuurlijk het kerkhof van Père Lachaise, waar je een eindeloze zoektocht kunt doen naar de graven van Chopin, Edith Piaf, Oscar Wilde, Proust, etc. Maar blijf wel weg uit de buurt van Jim Morrison's rustplaats, want de lucht daar wordt permanent vergiftigd door tientallen bedevaarders die er hun idool eren door een sigaret of een jointje te roken.

Verder is er het Hôtel des Invalides, waar Napoleon begraven ligt en waar ook een aantal museums (voornamelijke militaire geschiedenis) gevestigd zijn. Die museums zijn echter nogal onoverzichtelijk. Je kan weliswaar bijvoorbeeld het "blauwe traject" volgen om niet verloren te lopen, maar het is een gok wat je dan wel op dat blauwe traject zult tegenkomen, en als die blauwe lijn op een geven moment vijf verschillende richtingen uitgaan, dan geef je het op. Er is ook een interactief audiovisueel museum over het leven van Charles de Gaulle. Je krijgt een koptelefoon die automatisch het geluid oppikt van het dichtstbijzijnde videoscherm. Een leuk idee, maar regelmatig verspringt het geluid onverwachts, of weet je helemaal niet naar welk scherm je moet kijken. En een fundamenteel probleem waar ook veel andere musea zich aan vergrijpen: als je 200 uur beeldmateriaal ter beschikking stelt, dat moet je de bezoeker ook een structuur aanbieden; een rode draad met de belangrijkste stukken en de optie van die rode draad af te wijken en dieper in te gaan op een onderwerp dat je bijzonder interesseert. Anders kijk je de hele tijd naar videofragmenten met slechts een marginale relevantie.

Dan is het Panthéon wel interessanter: een indrukwekkend gebouw, een mooi panorama over Parijs van op de koepel, Foucault's pendulum in de hal, en in de crypte de graven van Voltaire, Rousseau, Victor Hugo, Émile Zola, de Curies en vele andere Franse grootheden. Elk graf wordt bovendien begeleid door een infopaneel met een korte maar interessante biografie van de dode.

Een ander hoogtepunt voor mij was het Musée d'Orsay. Het museum is gevestigd in een magnifiek gebouw (een oud treinstation) en stelt in te eerste plaats impressionistische werken tentoon van grootheden als Renoir, Monet, Van Gogh, Signac, Manet, Toulouse-Lautrec, Gauguin, Cézanne, Pissarro... Zeer de moeite waard.

Het museum voor moderne kunst in het Centre Pompidou was ook een positieve verrassing: een zeer grote collectie met vele boeiende en thought-provoking werken. Bovendien is fotografie toegestaan in het museum; joepie!

Mijn verblijf in Parijs viel samen met de aankomst van de Tour de France op de Champs-Elysées, dus dat was een niet te missen evenement. De Tour de France op de Champs-Elysées is echter zoiets wat je een keer moet meemaken om te kunnen zeggen "ik was erbij", maar wat je eigenlijk veel beter op tv kunt volgen. Als toeschouwer sta je urenlang je plaats te houden op de tweede rij, om dan nog niet meer te zien dan een streep voorbijkoersende schimmen. Op de Champs-Elysées komen ze dan gelukkig nog twee maal acht keer voorbij, maar feitelijk is het elke keer hetzelfde, het geeft je gewoon de kans om wat meer fotootjes te trekken. En als je dan na enkele ronden besluit om een beetje richting Arc de Triomphe te wandelen, dan sta je plots achter vier rijen toeschouwers in plaats van achter één, en zie je zelfs met mijn lengte helemaal niets meer. Maar toch: ik was erbij!

Icons from Flaticon.