Blog: Reisverslag Spanje

Zaterdag 20 augustus 2011, 23:02

Logic Colloquium in Barcelona! Daar keek ik eerlijk gezegd meer naar uit dan naar Sofia. Spaanse zon en een opwindende stad. Bovendien had ik ook nog anderhalve week vakantie genomen om na de conferentie nog Madrid te bezoeken en beetje de Pyreneeën in te trekken.

De conferentie zelf vond plaats midden in de oude stad van Barcelona. Met drie andere studenten had ik een kamer in een jeugdherberg gereserveerd, boven de drukke Gran Via de les Corts Catalanes. Na het fantastische appartement dat we vorig jaar tijdens het Logic Colloquium in Parijs gehuurd hadden, viel deze jeugdherberg een klein beetje tegen. De kamer was een beetje zo-zo, en ik geraakte zelfs een keer opgesloten in de badkamer omdat de deurklink het begeven had! 's Nachts had je de keuze tussen een kokende hitte, of de ramen opzetten en het nooit afnemende lawaai van de Gran Via binnenlaten... Enig pluspunt: het uitzicht vanuit onze kamer op de vijfde verdieping was wel de moeite waard!

Gran Via Barcelona panorama
Bekijk een grotere versie van dit panorama.

Veel van mijn mede-conferentiegangers noemden Barcelona een van hun favoriete steden op aarde. Ik was echter een beetje teleurgesteld, al bij al. De historische Ciutat Vella is (zeker in juli) zo overrompeld met toeristen dat je er niet kunt ademen, en in de weinige meer verlaten straten van El Raval, wordt je zelfs om 2 uur 's namiddags lastig gevallen door agressieve hoeren. Het schaakbordpatroon van de omliggende Eixample-buurt is dan weer eindeloos en veelal oninteressant.

Erg vriendelijk is de stad ook al niet. De bediening in restaurants kwam soms neer op het volledig verwaarlozen van de klanten. En in een supermarkt was ik bijna 20 euro kwijt. Ik had de kassier een briefje van 20 euro gegeven, waarop hij vroeg of ik kleiner geld had, wat ik hem inderdaad kon geven, maar mijn briefje van 20 euro kreeg ik niet terug! Vervolgens moest ik een gans kwartier wachten, terwijl ze hele kassa telden, waaruit natuurlijk bleek dat ik gelijk had, voordat ik mijn 20 euro terugkreeg, en dan nog kreeg ik geen verontschuldiging te horen... Nog een voorbeeld: op straat liep een vrouw met de rits van haar rugzak wijd open. Ik stopte haar om haar ervan bewust te maken. Zij gromde enkel "no problem!", liet haar rugzak wagenwijd open en was duidelijk boos op mij omdat ik haar staande gehouden had!

Maar de toeristen laten zich er niet door afschrikken. Elke dag staat er op de Plaça de Catalunya een wachtrij van 400 (!) mensen aan de halte van de Bus Turistic, en aan de andere kant van het plein een nauwelijks kortere wachtrij voor het instappen van de Barcelona City Tour bussen... Je moet wel een erg hopeloos geval zijn om een uur te gaan aanschuiven om een plaatsje te krijgen op een veel te dure toeristenbus! Zeker aangezien het T-10 ticket van de metro zo goedkoop is, en daarmee geraak je even goed tot bij alle toeristische attracties.

Onder die attracties zitten zeker een aantal hoogtepunten. De werken van Antoni Gaudí bijvoorbeeld, tenminste als je de massa's toeristen kunt vermijden. Want in Casa Milà (La Pedrera) en in het Park Güell moest ik mezelf zo tussen de andere toeristen wringen, dan ik echt niet van de architectuur kon genieten. Leuke anekdote over mijn bezoek aan Park Güell trouwens: ik was op goed geluk richting het park aan het lopen, maar de weg die ik genomen had liep plots dood op de rug van een heuvel, met onder mij een steile, ontoegankelijke helling van 30 meter hoogteverschil. Een half overgroeid padje, langs de achterkant van enkele huizen, volgde de heuvelrug nog in de juiste richting, dus ik probeerde dat padje maar te volgen. Na 150 meter liep het echter dood op een hoge muur, zodat ik moest terugkeren. Toen ik terug op het einde van de doodlopende straat was, zag ik de gele fluovest van een politieagent tussen de struiken de helling opklauteren, reeds voor twee derde boven. Beneden aan de onderkant van de helling stond nog een politieagent in mijn richting naar boven te staren. Die hadden mij ongetwijfeld het overgroeide padje op zien lopen, en de zaak niet vertrouwd, maar ik was weer weg alvorens ze me konden aanspreken. Ocharme die agent die al het merendeel van de helling was opgeklauterd, die moet gevloekt hebben!

Enfin, terug over Gaudí's werken. Als je er op het juiste moment bent, kan je ze wel in kalmte bewonderen. Tijdens mijn bezoek aan Casa Batlló, in de ochtend, was het aangenaam kalm, al probeerde de audiogids de gemoederen wel wat te verhitten door elk kleinste hoekje van het huis op te hemelen als de uiterste perfectie en uniek ter wereld. En Colònia Güell was zelfs volledig verlaten, op een aantal plaatselijke spelende kinderen na. Colònia Güell, net buiten Barcelona, werd in 1890 opgezet door textiel-industrieel Eusebi Güell, als model-fabrieksgemeenschap, met goede voorzieningen en levensomstandigheden voor de arbeiders. Een soort van Catalaanse versie van Saltaire dus. De motivatie van Eusebi Güell was niet helemaal altruïstisch: de bedoeling was ook om zijn arbeiders in een gecontroleerde omgeving te hebben, geïsoleerd van de marxistische bewegingen in de grootstad. De rol van vrouwen in Colònia Güell was blijkbaar ook nogal middeleeuws. In ieder geval: Eusebi Güell was een groot mecenas voor architecten (ook Park Güell is naar hem genoemd), zodat er in Colònia Güell heel wat speciale architectuur te vinden is, met name de kerk van Antoni Gaudí, waarvan helaas alleen de crypte gebouwd is. Colònia Güell heeft bovendien een boeiend, modern bezoekerscentrum, met een gratis glas schuimwijn voor elke bezoeker (!), dus het is ideaal om even te ontsnappen aan de drukte Barcelona zelf.

Dan is er natuurlijk nog de Sagrada Família, het magnum opus van Gaudí. Daar moesten we 20 minuutjes aanschuiven aan de ingang, maar eens binnen was het er rustig genoeg voor een aangenaam bezoek. Ondertussen is het 129 jaar gelden dat de bouw is gestart, dus je zou niet verwachten dat er in de acht jaar sinds mijn vorig bezoek veel veranderd zou zijn. Maar wat een verschil! Ik herinner me een eerder duistere bouwwerf waar je tussen de stellingen door moest manoeuvreren. Ondertussen is het dak er echter volledig op, en het interieur is afgewerkt, op een aantal bijkomende orgels en glasramen na. Binnenin is de Sagrada Família nu een mooie, heldere, fascinerende kerk! Vorig jaar werd de kerk overigens reeds tot basiliek gewijd door paus Benedictus XVI. De Sagrada Família is absoluut een nieuw bezoek waard, als het reeds een aantal jaar geleden is dat je er nog geweest bent.

En dan zijn er nog wel een aantal stukjes Barcelona waar ik van hou. De indrukwekkende Cascada-fontein in het Parc de la Ciutadella bijvoorbeeld. Die is ontworpen door Josep Fontsère, maar men aarzelt niet om in veel grotere letters te schrijven dat Gaudí ook enkele details aan de fontein heeft toegevoegd. Ach wat, de fontein verdient wel een beetje meer bekendheid. Verder is er het uitzicht vanop het dak van de Arenas, een vroegere arena voor stierenvechten die recent omgevormd werd tot cinema en winkelcentrum, nu stierengevechten in Catalunya vanaf begin volgend jaar volledig verboden zullen zijn. Barcelona heeft vrijwel geen skyline, zodat uitzichten nogal kunnen tegenvallen, maar de Arenas bevindt zich vlak boven de Plaça d'Espanya, met uitzicht op de magische fontein en het Museu Nacional d'Art de Catalunya, zodat er hier vanop het dak altijd wel wat te zien valt.

Arenas Barcelona
Uitzicht vanop de Arenas.

Een laatste pluspunt aan Barcelona is het aanbod aan live-muziek, in bars en in open lucht. Een van de beste evenementen is zonder twijfel Sala Montjuïc: een combinatie van picknick, muziekoptreden en een topfilm in de tuin van de kasteel van Montjuïc, drie keer per week in de ganse maant juli. Een schitterend concept, al was het niet evident om een Iraanse film met Spaanse ondertitels te kunnen volgen... En reken niet al te hard op het openbaar vervoer om achteraf thuis te geraken...

Vanuit Barcelona trok ik dan, aan 300 km/u in de erg comfortabele hogesnelheidstrein, naar Madrid. En weet je wat: ik geef de voorkeur aan Madrid. Niet overrompeld door toeristen. Een echt koninklijk paleis. Een mooie kathedraal, die overigens pas vrij recent, in 1993, is afgewerkt, na meer dan 100 jaar constructie. (Wees wel gewaarschuwd dat het uitzicht vanaf de koepel lang niet zo spectaculair is als men doet uitschijnen.) En dan is er het stadspark, El Retiro. Barcelona heeft geen enkel fatsoenlijk park: Parc Güell is platgelopen door toeristen, in Montjuïc moet je je door lelijke stukjes met druk verkeer begeven, om aan de mooiere stukjes te geraken, en Parc de la Ciutadella was een grote modderpoel nadat het eerder twee druppels geregend had. Madrid doet het véél beter. Parque del Buen Retiro, of kortweg El Retiro: dat is pas een stadspark! Uitgestrekt genoeg om de grootstad volledig te vergeten, maar toch nog klein genoeg om een gezellige drukte te geven. Perfect onderhouden, met vijvertjes, monumenten, een groot meer met bootjes, enkele paleisgebouwen die als musea dienst doen... In het Palacio de Cristal was er zelfs een grote glijbaan voor volwassenen opgezet: minimum leeftijd, 14 jaar! De glijbaan was eigenlijk het kader van een breed uitgedacht kunstwerk van de Bosnische kunstenares Maja Bajevic. Maar natuurlijk ging iedereen gewoon recht voor de glijbaan, zonder aandacht te hebben voor het eigenlijke kunstwerk...

El Retiro glijbaan

Dan heb ik het nog niet eens gehad over de musea van wereldklasse die in Madrid te vinden zijn. De drie bekendste musea, die samen de Triángulo del Arte vormen, zijn het Prado, het Thyssen-Bornemisza museum, het het Reina Sofia museum. Het Prado is het meest klassieke museum, met werken vanaf de oudheid tot en met de 19e eeuw. Hoogtepunten zijn dé topwerken van Velázquez en Goya. De Spaanse invloed in de lage landen in de 16e en 17e eeuw heeft ook zijn weerslag in het Prado, met onder andere Peter Paul Rubens en enkele verbluffende werken van Hieronymus Bosch. Het Thyssen-Bornemisza museum bezoek je misschien beter niet vlak na het Prado, want dan valt wel op dat de kwaliteit van de werken hier over het algemeen toch net iets lager is. Maar er zijn zeker ook topwerken in het Thyssen-Bornemisza museum, zoals van impressionisten Monet, Renoir en Pissarro, fauvist Derain, en mijn persoonlijke favoriet: het fantastische "Dream Caused by the Flight of a Bee Around a Pomegranate a Second Before Awakening" van Salvador Dali. Het Reina Sofia museum tenslotte gaat voluit voor de moderne kunst. De grootste publiekstrekker hier is ongetwijfeld Picasso's ernorme doek "Guernica" (7,8 meter bij 3,5 meter groot!) en de bijhorende voorstudies en gerelateerde werken, zoals een boeiende reeks foto's die de evolutie van "Guernica" tijdens het schilderen tonen. Maar de collectie van Reina Sofia is erg gevarieerd, met ook een aantal videoprojecties (zoals Buñuel en Dalí's "Un Chien Andalou", mijn stille komedie-held Buster Keaton met "One Week", en Hitchcock's meesterwerk "Rear Window") en tijdens mijn bezoek een boeiende tijdelijke tentoonstelling van de Japanse kunstenares Yayoi Kusama.

Er is ook vanalles te zien in de omgeving van Madrid. In een straal van slechts 100km rond de stad zijn er zes UNESCO werelderfgoed-sites, elk een eenvoudige daguitstap vanuit Madrid. Ik had slechts de tijd om twee ervan te bezoeken: Toledo en El Escorial.

Toledo bloeide als stad onder de Arabische overheersing in het eerste milennium, en was ook nog een tijd lang hoofdstad van het koninkrijk van Castilië (de voorloper van het huidige Spanje) nadat de Arabieren waren buiten gejaagd. De oude stad is pittoresk gelegen op een heuvel, langs drie kanten omringd door de rivier Taag, die er nog een lange weg te gaan heeft tot haar monding in Lissabon. De oude stad is gevuld met smalle, kronkelende straatjes en historische gebouwen. Het kuieren is er echter ongewoon inspannend, wegens de onvermijdelijke steile hellingen. Het bekendste gebouw is waarschijnlijk de hoog aangeschreven Catedral Primada Santa María de Toledo, maar het bezoek aan die kathedraal viel mij flink tegen. Toegegeven, de kathedraal bevat een kunstcollectie van onschatbare waarde, maar die lijkt er opgesloten te zitten als in een gevangenis: in duisternis en achter dikke tralies... Sommigen lijken juist van die sfeer te houden, maar het is niet mijn ding. Nog een tip voor de Toledo-bezoeker: vanaf de toren van de Iglesia de los Jesuitas heb je een mooi uitzicht over de stad. Die jezuïetenkerk werd 1765 afgewerkt, na 136 jaar constructie. Amper twee jaar later joeg Carlos III alle jezuïeten weg uit Spanje. Da's balen!

El Escorial werd op de kaart gezet in de 16e eeuw, op het hoogtepunt van het Spaanse Rijk. Koning Filips II bouwde er een klooster/paleis/kasteel/bibliotheek/mausoleum/... dat de grootsheid van zowel de koninklijke familie als van de katholieke kerk moest aantonen. Dat is aardig gelukt. Een bezoek aan El Escorial kent vele hoogtepunten. De Sala de las Batallas is een gang met een formidabele 60 meter lange militaire muurschildering, geschilderd alsof het eigenlijk een wandtapijt is! Het mausoleum is de rustplaats van de meeste Spaanse vorsten van de afgelopen eeuwen, net als hun eega's, en er is ook een pantheon van jonggestorven prinsen. Verder is er een kamer waar tientallen 16e eeuwse kaarten ophangen, waaronder ook een kaart van Brabant (erg gelijkend op deze en deze) van Jacob van Deventer, de koninklijke geograaf van Filips II, die in die tijd ook over de Nederlanden heerste. De kaart heeft het oosten naar boven, en vermeldt dorpen zoals Aerschot, Nieurode, Beteken, Rillaer, Langd., Meßelbroeck, Meerl, Minderhout en Hoochstraeren, en nabij Bruessel bevindt zich het Soenienbosch! De ingangen van die kaartenkamer zijn deuren met magnifiek fijn houtsnijwerk, gemaakt in Augsburg in Duitsland. Het bezoek aan El Escorial eindigt tenslotte in de basiliek, waar een prachtig altaarstuk pronkt; misschien iets minder uitzonderlijk op zich dan de "Transparente" van de kathedraal van Toledo, maar in El Escorial is het altaarstuk tenminste niet opgesloten in duisternis en achter tralies.

Daarmee zat Madrid er al op. Ik trok terug richting Barcelona, en vervolgens dieper Catalunya in, tot in La Seu d'Urgell, dicht bij de grens met Andorra. Ik was al langer geïnteresseerd om eens een via ferrata uit te proberen, een de Catalaanse Pyreneeën hebben een aardig aanbod aan via ferrata's. Via ferrata, of Klettersteig op z'n Duits, is een klimroute die volledig voorzien is van staalkabels, kettingen en ijzeren trappen, zodat je met relatief weinig materiaal en klimervaring toch zeer spectaculaire rotswanden kunt beklimmen. Via CouchSurfing had ik enkele Catalanen opgespoord die wel samen met mij wilden gaan klimmen, en zo begon ik meteen met de Via Ferrata Regina, een van de langste en moeilijkste ferrata's van Catalunya. Mijn CouchSurfing host had erg veel vertrouwen in mij, om mij meteen op zo'n zware via ferrata mee te nemen, maar oh, wat was ik er blij mee! Voor mij bleek het niveau perfect: uitdagend maar doenbaar. En de spectaculaire uitzichten zijn niet te missen. Via ferrata is helemaal mijn ding. Moeilijk uit te leggen wat me er juist in aanspreekt. Het moet een soort van hoogteliefde zijn (als antoniem van hoogtevrees).

Via ferrata Regina
Via ferrata Regina.

In ieder geval, de volgende dag deed ik alweer een andere, kleinere ferrata, en ik wilde er graag nog een derde gaan doen in Montserrat, maar daar had ik geen klimpartners meer ter beschikking. Montserrat verkende ik dan maar al wandelend. Montserrat is een relatief laag maar wild gebergte, dichter bij Barcelona gelegen dan bij de eigenlijke Pyreneeën. De hoogste piek van Sant Jeroni is 1236 meter boven zeeniveau. Montserrat is vooral bekend omwille van het klooster, hoog en ontoegankelijk gelegen tussen rotsen die ik niet anders kan beschrijven dan als gigantische fallussen. Om de duizenden toeristen en pelgrims, die elke dag het klooster komen bezoeken, de berg op te brengen, is er zo'n wirwar van kabelbanen en bergtreinen aangelegd dat je er nog verloren tussen loopt. Het klooster mag dan wel spectaculair gelegen zijn, maar er heerst dezelfde verstikkende drukte als in het midden van Barcelona. Er stond een lange rij voor de ingang van het klooster, dus ik zocht maar meteen de wandelpaden op, maar zelfs die waren even druk belopen als de Ramblas, en net zoals de Ramblas vooral door puffende toeristen in teensletsen. Enkel in de buurt van Sant Jeroni was het een klein beetje kalmer, maar geef mij toch maar de wandeling van de dag tevoren, in de buurt van Berga. Daar zag ik de ganse dag bijna geen levende ziel, en kon ik in rust genieten van de krachtige natuurtaferelen van de Pyreneeën, zoals deze pietluttige sparrenboom, die koppig op een veel grotere rots groeide, en wiens volhardende worteltjes zowaar de rots in stukken hebben gespleten! Wat een kracht zit er in zo'n worteltjes, ongelofelijk!

Boompje vs rots
Boompje vs. rost: 1-0.

Zo was ik aan mijn laatste nacht toe in Spanje, die ik doorbracht in jeugdherberg Alberguinn in Barcelona. Dit was reeds het vierde hostel dat ik aandeed in Barcelona. Het werd veruit de beste ervaring van al. Met een gitaar, enkele uitstekende zangers en mijn mondharmonica hebben we de hele nacht muziek zitten maken, eerst in de jeugdherberg zelf en daarna in een nabijgelegen bar. Een fantastisch einde aan het geslaagde vakantie.

De volgende ochtend, in de luchthaven van Barcelona, bij de paspoortcontrole voor het betreden van de security check, stond een vrouw die iedereen in de eigen taal begroette. Catalaans, Spaans, Duits, Grieks. Ik was benieuwd of ze raad zou weten met mijn Belgische identiteitskaart, maar jawel, met een halve blik had ze al mijn naam als Vlaams herkend en er volgde, met een accent maar zeer goed verstaanbaar: "Goedemorgen, rechtdoor alstublieft". Straffe kost. Een minuut later zou ik mij in de internationale zone bevinden, maar op het laatste nippertje heb ik dus toch nog een vriendelijke Barcelonees gevonden!

Icons from Flaticon.