Blog: Van je "twenty-twelve" en "one-two-Trier"

Donderdag 19 januari 2012, 14:07

Ik heb het nieuwe jaar 2012 ingezet in België, een land dat nu opeens én een regering, én Google Street View heeft. Ik weet al niet meer op welk van de twee ik al het langste aan het wachten was...

2012 is Alan Turing Year. Honderd jaar geleden, op 23 juni 1912, werd Alan Turing geboren. Daarom worden dit jaar zijn (baanbrekende) werk en zijn (tragische) leven gevierd en herdacht. Aangezien Alan Turing de fundamenten heeft gelegd van mijn eigen onderzoeksgebied, de berekenbaarheidstheorie, wordt dit voor mij een interessant jaar. Mijn promotor Barry Cooper is trouwens de wereldwijde coördinator van alle Turing Year activiteiten. In die rol gaf hij vorige week al een boeiend interview aan BBC Radio 5.

Mijn eerste activiteit in het kader van het Alan Turing Year was een seminarie over "Computability, Complexity and Randomness", vorige week in Duitsland. Het vond plaats in de gemeende Wadern in Saarland, waar een kasteel (Schloss Dagstuhl) is omgebouwd tot informatica-onderzoekscentrum. Dat was heel erg goed gedaan. De grandeur van het kasteel was bewaard gebleven, maar tegelijk had je er de meest moderne faciliteiten, zowel voor werk (een uitgebreide bibliotheek, goed uitgeruste conferentiezalen, een rotatiesysteem voor het middag- en avondeten zodat je steeds met andere mensen aan tafel zat), als voor ontspanning (een pool-tafel, gratis gebruik van fietsen, een sauna, een goban, een muziekzaal). Zelfs het eten, waar je altijd voor vreest in Duitsland, was tip-top in orde.

Tijdens het seminarie werd er een uitstap georganiseerd naar Trier, de bekendste stad langs de Moezel. Trier was al een hoofdstad van het Romeinse Rijk, maar met die erfenis is men door de eeuwen heen niet altijd goed omgegaan. Monumenten werden afgebroken om de stenen te hergebruiken, zodat er van bijvoorbeeld de keizerlijke baden nog slechts schaarse ruïnes overblijven. De Konstantinbasilika, oorspronkelijk een audiëntiezaal van de Romeinse heerser, een gigantische hal die zonder de steun van ook maar een pillaar opgericht werd, werd in de Middeleeuwen half gesloopt, zodat de resterende muren deel konden uitmaken van het kasteel dat een of andere rijke idioot daar aan het bouwen was. De huidige, na WO II heropgebouwde Konstantinbasilika is nog steeds indrukwekkend, maar je ziet wel dat hij eigenlijk helemaal niet zo oud is. Verder is er nog de iconische Romeinse stadspoort Porta Nigra, die enkel van vernieling bewaard is gebleven, omdat men er in de Middeleeuwen een kerk van gemaakt had...

Gelukkig hebben de middeleeuwers ook iets positiefs bijgedragen aan de stad, met name een aantal indrukwekkende kerken, en aardig gedecoreerde gebouwen in de buurt van de Hauptmarkt. Zo is Trier vandaag een soms wat onsamenhangende bloemlezing van 2000 jaar geschiedenis en bouwkunst.

Aangezien we dus al een uitstap naar Trier gedaan hadden, besloot ik op de terugweg via Luxemburg te rijden. Het kleine land en zijn gelijknamige hoofdstad zijn vooral gekend voor het bankwezen en de goedkope benzine. Daarbij vergeet men gemakkelijk dat Luxemburg stad een zeer indrukwekkende historische kern heeft, spectaculair gelegen op rots waarrond de rivieren Pétrusse en Alzette een kloof hebben gegraven. Langs de rivier vind je de ville basse, waarvan in het bijzonder de wijk Grund heel pittoresk is. Hoog daarboven imponeert de ville haute met de Cité Juririciare, het paleis van de Groothertog, de kathedraal, en de versterkingen van de Bock. Die versterkingen waren vroeger zo imposant, dat Luxembourg ook wel het Gibraltar van het noorden genoemd werd. Toen de Luxembourg-crisis in 1867 echter bijna tot oorlog tussen Pruisen en Frankrijk leidde, was de ontmanteling van de versterkingen de enige manier waarop beide partijen de onafhankelijkheid van Luxembourg wilden bevestigen. De overblijfselen hebben echter nog steeds hun charme. Ondergronds bestaat er ook nog een uitgestrekt netwerk van onderaardse gangen, in totaal wel 23 km, maar die zijn helaas in de winter niet te bezoeken. Gewoon wandelen door de oude stad was echter ook heel erg aangenaam. Het was er kalm, met geen enkel spoor van gestresseerde bankiers of gehaaste Europese ambtenaren.

Ik besloot dan om niet de E411, maar wel de E421 te nemen, die nog door de rest van het landje Luxembourg loopt, riching Hoge Venen. Ondanks dat E-nummer, verlaat de E421 Luxembourg stad als een gewone dorpsweg, waar de bankiers en Europese ambtenaren plots toch allemaal opdoken en een eindeloze avondfile vormden. Na een half uur filerijden, werd de weg dan toch een heuse autostrade. Die houdt na 15 km alweer plots op, maar op die 15 km was als bij wonder alle verkeer weer verdwenen, en was ik opeens bijna alleen op de weg. Ik deed nog een kleine omweg langs Vianden, waar het imposant gelegen kasteel prachtig verlicht was in de nacht. Het dropje zelf en de omgeving zagen er ook in het donker heel pittoresk uit. In Vianden kom ik zeker nog eens terug als ik meer tijd heb.

Al mijn foto's van Dagstuhl, Trier en Luxembourg heb ik reeds op deze site geplaatst.

Zo ben ik nu terug in Leeds voor de start van het tweede semester. Hier begint de Leeds Arena er trouwens steeds indrukwekkender uit te zien:

Leeds Arena
Klik op de foto voor een grotere versie

Icons from Flaticon.